Angst voor de hel
De angst voor de hel. Eeuwenlang werd het beeld van de brandende hel gebruikt om de gelovigen in het gareel te houden, levensgroot uitgebeeld in de schilderkunst.
Zeker in de middeleeuwen was er nog niet zo veel kennis over allerhande natuurfenomenen. Mensen zagen overal de hand van God in. Dat denken werd uiteraard aangemoedigd door de katholieke Kerk. Dankzij dat bijgeloof konden de volgelingen makkelijk in het gareel worden gehouden.
Tot diep in de 20e eeuw werden er nog verhalen over kwaadaardige watergeesten doorverteld.
Een van die kwaadaardige verschijnselen was de watergeest. Die werd vooral gebruikt om kinderen bang te maken voor waterputten en meren. De watergeesten kregen overal een andere afschrikwekkende naam. Tot diep in de 20ste eeuw werden veel van die verhalen nog doorverteld.
Veel verhalen over watergeesten zijn verzameld op de website van de volksverhalenbank.
Water is een bron van leven, het is doorgaans rustgevend en helend, het wordt gebruikt als relaxatie. Vaak wordt het ook een genezende kracht toegedicht. Daarom is het zo aantrekkelijk. In de psychiatrie was ‘badverpleging’ lange tijd een veel gebruikte toepassing. Maar water kan ook gevaarlijk zijn. De watergeesten waren er vooral om kinderen te waarschuwen voor verdrinkingsgevaar.
In Ranst verraste de duivel 's nachts voorbijgangers aan de Duivelsput.
Maar ook volwassenen kregen watergeesten te zien. Zo kan je in het Zevenbergenbos in Ranst nog altijd gaan kijken naar de duivelsput. Daar verscheen volgens de legende de duivel ’s nachts aan een boer uit Ranst, die in de plaatselijke herberg iets te veel had gedronken. Duivelsputten zijn er overal. Het is ook de naam van een grote plas in Oostduinkerke waar al duizend jaar alles in verdwijnt. Zo zouden op de bodem de restanten rusten van een rijke, zelfingenomen boer met zijn paard en koets. Op de plek kan je tegenwoordig golfen. Hole 18 heet er niet toevallig The Devil’s Hole. En ja, veel golfballen verdwijnen er in het water om nooit meer te worden teruggevonden.
In Suske & Wiske en de Zwarte Madam spelen twee watergeesten de hoofdrol.
Het bijgeloof speelde een belangrijke rol in een van de eerste albums van Suske en Wiske. De Zwarte Madam verscheen voor het eerst in 1947. Het is een wat duister verhaal waarin twee figuren uit de Vlaamse folklore een grote rol spelen. Het gaat om Lange Wapper, een kwelgeest uit Antwerpen. Hij werkt samen met Kludde, een watergeest die opduikt in de Scheldestreek. Lange Wapper is een reus die vooral dronkelappen het leven zuur maakt. Kludde kan zich dan weer vermommen in een hond, kat of vogel om de mensen om de tuin te leiden.