Kwelgeesten
Tot diep in de 20ste eeuw werden er nog verhalen over kwaadaardige watergeesten verteld. Zoals over de Duivelsput in het Zevenbergenbos in Ranst.
De angst voor de hel. Eeuwenlang werd het beeld van de brandende hel door de kerkelijke autoriteiten gebruikt om de gelovigen in het gareel te houden.
Kunstenaars probeerden mekaar te overtreffen met afschrikwekkende beelden.
Ze werden hierbij vaak bijgestaan door kunstenaars, die elkaar met afschrikwekkende beelden probeerden te overtreffen. Denk maar aan 'De Hel' van Hiëronymus Bosch, een duister doek dat in het museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam hangt.
Maar ook op andere schilderijen verbeeldt Bosch de hel, zoals in het drieluik Het Laatste Oordeel, te bewonderen in het Groeningemuseum in Brugge. Dat drieluik toont links de hemel en rechts de hel, in het midden vindt Het Laatste Oordeel plaats, met een groots vuur als het licht van God.
Bekijk de helse verbeelding van Hiëronymus Bosch in het echt in het Groeningemuseum in Brugge.
Het vuur op het paneel van Bosch is duidelijk een brand, nog zo’n fenomeen dat tot op heden mensen schrik aanjaagt. Ook kunstschatten kunnen vernield worden door een brand na een blikseminslag. Zo werd de Antwerpse Sint-Pauluskerk in 1968 getroffen door een zware brand.
De personificatie van de hel is uiteraard de Duivel, ook wel Lucifer genaamd. Hij staat symbool voor alles wat slecht en goddeloos is. De kerk schermde met de duivel om gelovigen in de pas te laten lopen. Want de duivel is voor gelovigen het schrikbeeld van het kwaad. En hij kan opduiken in allerlei gedaantes. Het gevaar en het kwaad schuilt altijd in een klein hoekje. Zo zagen mensen dikwijls boosaardige geesten in allerhande natuurfenomenen, zoals watergeesten.
De hel en al het kwaad dat ermee gepaard ging werd tot ver in de vorige eeuw gebruikt als ultiem schrikmiddel.
De hel en al het kwaad dat ermee gepaard ging werd lange tijd gebruikt als ultiem schrikmiddel. Tot ver in de vorige eeuw werd op de kansel gewaarschuwd voor “het goddeloze communisme”. Tijdens de Koude Oorlog was de schrik voor de atoombom vergelijkbaar met de schrik voor de hel. Er werden bunkers gebouwd om zich te beschermen tegen het helse scenario van een nucleaire catastrofe.