De Joodse diaspora in middeleeuws Vlaanderen
Verdacht, weggeduwd, vervolgd. Maar ook vaak negatief afgebeeld in de middeleeuwse kunst. De Joodse gemeenschap had het toen niet gemakkelijk.
Wie in het buitenland gaat leven, kan er ook sterven. Misschien wel het oudste materiële spoor van de Joodse aanwezigheid in België is niet toevallig een grafsteen, uit 1255-1256. Hij werd gevonden in Tienen en heeft een Hebreeuws opschrift: ‘Een steen werd gegraveerd en geplaatst aan het hoofd van vrouwe Rebecca, dochter van Mozes. Zij overleed in 5016. Dat zij ruste in de tuin van Eden.’
Er zijn in België materiële sporen van Joodse aanwezigheid in de middeleeuwen. Plaatsnamen als ‘Jodenveld’ of ambtelijke archiefdocumenten getuigen wel van de aanwezigheid van Joodse begraafplaatsen. Een archeologische vondst zoals in Tienen is zeldzaam. Voor de 19de en vroege 20ste eeuw is er wél een plek die ons via de doden iets vertelt over het leven van de Joden: de begraafplaats aan de Dieweg in Ukkel.
Het Joods Museum van Brussel leert over de aanwezigheid van Joden in België sinds de 18de eeuw.
Sinds 1879 heeft zij een Joodse sectie, waar bijna 2500 mensen uit 15 landen hun laatste rustplaats vonden. Je vindt er grafschriften in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Hebreeuws en Jiddisch. Ze bevatten spreuken uit de Talmoed, maar evengoed literaire citaten.
Dieweg getuigt van de diversiteit van de Joodse gemeenschap voor en na 1900.
Dieweg getuigt van de diversiteit van de Joodse gemeenschap voor en na 1900. Je vindt er het graf van de geassimileerde Rodolphe Lévy, die sneuvelde aan het IJzerfront in april 1918. Of eenvoudige grafstenen van orthodoxe, net uit Oost-Europa geïmmigreerde Joden. Anderen pronkten dan weer met hun wereldlijk succes, zoals het echtpaar Stern, dat art-nouveau-architect Victor Horta een sierlijke grafsteen liet ontwerpen.
Voor vele orthodoxe Joden is de ‘eeuwige rustplaats’ letterlijk te nemen.
Voor vele orthodoxe Joden is de ‘eeuwige rustplaats’ letterlijk te nemen. Maar in België loopt een grafconcessie af na maximaal 50 jaar. Daarom laten de meeste Antwerpse Joden zich in Nederland (Putte) begraven: daar is het namelijk wél mogelijk om een eeuwige concessie te krijgen op een graf.
De begraafplaats van Dieweg is al sinds 1958 niet meer in gebruik. Ze werd eind jaren 1990 beschermd.
Bezoek het MigratieMuseum in Brussel, dat het verhaal vertelt van de vele migranten die de Belgische hoofdstad mee hebben gevormd.