De Leeuw van Vlaanderen
Vlaanderen dankt zijn feestdag, vlag en volkslied aan De Leeuw van Vlaenderen of de Slag der Gulden Sporen, de roman van Hendrik Conscience.
Al in de 11de eeuw ontstonden in de Nederlanden informele organisaties van mensen met hetzelfde beroep of ambacht. Die ambachtslieden woonden vaak samen in dezelfde straten en wijken van middeleeuwse steden. In de gebieden die vandaag Vlaanderen vormen, waren ze vooral actief in de voedselvoorziening, de textielsector, de bouwsector, de leder- en metaalbewerking, …
Veel straatnamen in Vlaamse steden doen nog denken aan die concentratie van beroepsgenoten.
Het Antwerpse Vleeshuis is het oudste gildehuis in de Scheldestad.
Tegen de late middeleeuwen begonnen de beroepsgroepen zich in formele ambachtsgilden te organiseren. Naast het sociaal ondersteunen van de eigen leden en het doorgeven van technische kennis, streefden die ook steeds meer politieke inspraak na. Zeker vanaf de 14de eeuw drukten ze hun stempel op de stedelijke economie. Ze bepaalden mee de regelgeving over industrie en handel, dwongen kwaliteitsnormen af op grondstoffen en afgewerkte producten en zagen toe op de arbeidsvoorwaarden.
Het Gentse stadsmuseum STAM bewaart een belangrijke collectie erfgoed over ambachten en gilden.
Ook andere stadsmusea, zoals dat van Lier of Hasselt, besteden aandacht aan de stedelijke ambachten in de middeleeuwen en de nieuwe tijd.
Soms speelden de gilden ook een belangrijke militaire rol: zo bestond het leger van de Vlaamse graaf tijdens de Guldensporenslag van 1302 voor een groot deel uit ambachtslui.
Bekende leiders van de Vlaamse troepen in die Guldensporenslag, zoals de wever Pieter de Coninck, kwamen uit de ambachtsgilden.
In de 16de en 17de eeuw verloren de gilden aan politieke invloed, omdat het bestuur van de Vlaamse regio onder de Habsburgers meer werd gecentraliseerd. Toch speelden zij tot aan de Franse Revolutie een belangrijke rol in de stedelijke maatschappij.
In elke grote stad bouwden de ambachtsgilden rijk versierde huizen op de centrale plekken, zoals de Grote Markt in Brussel of de Graslei in Gent.