Welvaart weven
In de middeleeuwen zorgde vooral één economische sector voor de groeiende welvaart in Vlaamse steden zoals Ieper, Brugge en Gent: de lakennijverheid.
De Gravenkapel is een onderdeel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Kortrijk. De Vlaamse graaf Lodewijk van Male liet ze in 1371 bouwen.
De kapel dankt haar naam aan de nissen met daarin geschilderde portretten van de graven van Vlaanderen, dat van de 9de tot begin 15de eeuw een (relatief) onafhankelijk vorstendom was.
Daarna werd het een onderdeel van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden. Toen de Fransen het graafschap in 1795 annexeerden, werd het opgeheven.
Ontdek zelf de Kortrijkse Gravenkapel en het verhaal van de Guldensporenslag in de immersieve beleving 1302: opstand, slag, keerpunt.
De Onze-Lieve-Vrouwekerk hoorde eerst bij de grafelijke burcht die Boudewijn IX in het begin van de 13de eeuw liet bouwen in Kortrijk. De stad was toen een belangrijk textielcentrum. Een van zijn opvolgers, graaf Gwijde van Dampierre, raakte verwikkeld in een conflict met de Franse koning Filips de Schone. Rond 1300 veroverden de Fransen Kortrijk en breidden ze de grafelijke burcht uit tot een zogenoemde dwangburcht, met daarrond een verdedigingsgracht. Sporen van die burcht zijn nog te zien aan de buitenkant van de Gravenkapel.
Bezoek Texture en maak kennis met het erfgoed van vlas en textiel in Kortrijk.
De Franse dwangburcht speelde een grote rol in de Guldensporenslag van 11 juli 1302. Die werd uitgevochten op de Groeningekouter, vlak voor de burcht. De slag werd in de 19de eeuw vooral legendarisch dankzij de populaire roman De Leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience. Conscience sprong creatief om met de historische werkelijkheid: Zijn ‘Leeuw van Vlaanderen’ Robrecht van Béthune, de zoon van graaf Gwijde, was in werkelijkheid niet aanwezig bij de Guldensporenslag.