Explorastory

De wagenmaker

Op het platteland was het lange tijd nodig om een manusje-van-alles te zijn. Landbouwersfamilies moesten tot diep in de 19de eeuw zelf gereedschappen maken en herstellen, brood bakken, kleren maken … Toch waren er ook gespecialiseerde vakmensen in elk dorp. Zij waren onontbeerlijk voor het boerenbedrijf. De smid was er zo een. Hij voorzag de paarden van hoefijzers en maakte werktuigen en gebruiksvoorwerpen. Of de molenaar, die graan en zaden maalde. 

Wagenmaker Henri Vandewalle uit Ramskapelle

De wagenmaker als pré-moderne garagist

In veel dorpen was er ook een wagenmaker. In de tijd voor de gemotoriseerde voertuigen was hij de garagist. Hij maakte en herstelde karren, wagens en onderdelen van wagens, zoals wielen en asblokken. Hout was zijn basismateriaal. Op het platteland was zijn cliënteel grotendeels actief in de landbouw, maar hij werkte ook voor de bierbrouwer, of de lokale adel. Hij maakte ook landbouwwerktuigen, soms samen met de smid.

De wagenmaker als houtspecialist

De specialisatie die de wagenmaker onderscheidde van andere houtbewerkers (zoals schrijnwerkers en timmermannen) was het maken van wielen. Dat was moeilijk. Zijn opleiding kreeg hij op de werkvloer, vaak van vader op zoon. Daarna wist de wagenmaker alles over houtsoorten als olm, eik en acacia. Sommige wagenmakers deden om bij te verdienen ook algemeen timmerwerk of baatten – samen met hun vrouw – een herberg of winkeltje uit.

Wagenmaker Mus Jacobs op de Kruisbaan in Putte

De wagenmaker wordt garagist

In de tweede helft van de 19de eeuw deden meer en meer boor- en zaagmachines hun intrede in de ateliers. Toch bleef daar veel handwerk mee gemoeid. Tot aan de Eerste Wereldoorlog telden de meeste dorpen nog minstens één wagenmakerij. Dat aantal slonk zienderogen door de komst van de rubberen luchtband. Veel wagenmakers schoolden zich om tot carrosseriebouwer, schrijnwerker … of garagist.

Zet je avontuur meteen verder!

Bokrijk

Openluchtmuseum Bokrijk

In het interbellum begonnen volkskundigen de plattelandsarchitectuur te inventariseren, vaak op basis van veldonderzoek. Hoe mensen woonden, bleek logischerwijs sterk afhankelijk van waar ze woonden.

De Liermolen

De Liermolen

Heb je er ooit van gedroomd om een molenaar te zijn? Je kan er nog steeds een opleiding voor volgen in Vlaanderen! Of je kan op bezoek in een nog werkende molen. Bezoek de Liermolen in Grimbergen!

De bietenoogst

Emile Claus, Bietenoogst

Volgens de ontstaansmythe van Bietenoogst pootte Emile Claus eind 19de eeuw een gigantisch doek neer in de velden nabij zijn Villa Zonneschijn om zo een schilderij te maken van oogstende boeren.

Ontdek het erfgoed in het echt

Openluchtmuseum Bokrijk in Genk

Openluchtmuseum Bokrijk

Het Openluchtmuseum is dagelijks geopend van 10 u. tot 18 u. als museumwandelpark. Er is een vaste wandelroute die je op een tweetal uur doorheen het museum loodst.

Genk
Openluchtmuseum Bachten de Kupe in Izenberge

Openluchtmuseum Bachten de Kupe

Het Bokrijk van West-Vlaanderen: het is een eretitel die de lading van dit museum goed dekt. Het ligt temidden van het nog schier ongerepte West-Vlaamse polderlandschap en je vindt er een sfeervol gereconstrueerd boerendorpje uit de Westhoek. Bekijk de bezoekersinformatie.

Alveringem
Het MOT - Museum voor de Oudere Technieken in Grimbergen

Het MOT - Museum voor de Oudere Technieken

Het MOT is een doe-museum verspreid over drie erfgoedsites in Grimbergen. Kom naar het MOT voor tentoonstellingen, demonstraties, workshops, ateliers... en leer meer over techniek en handwerktuigen! Je beleeft er een actieve dag gedreven door wind, water en spieren. Ontdek op www.mot.be het ruime aanbod.

Grimbergen