De mammoet van Dendermonde
Een bak bier. Daarvoor hielp een kraanman Hugo De Potter eind jaren 1960 om een reusachtige mammoetschedel uit een zandgroeve in Dendermonde te halen.
Paardenkracht, het is niet toevallig een courante eenheid om het vermogen van een motor uit te drukken. Toen James Watt aan het einde van de 18de eeuw de stoommotor ontwikkelde, vergeleek hij de kracht van zijn machine met die van de belangrijkste bron van trekkracht op dat moment: het paard. En als er één paardenras veel kracht had, was het wel het Brabants trekpaard.
‘De Brabander’ werd in de tweede helft van de 19de eeuw gekweekt als trekpaard door een aantal rassen doelgericht te kruisen.
In Vollezele is het Museum van het Belgisch trekpaard volledig gewijd aan de rijke geschiedenis van de Brabanders.
Decennialang was het dier bijzonder populair vanwege zijn kracht, uithoudingsvermogen en zachtaardige karakter. In 1880 waren er in België al 240.000 Brabanders. En ook elders waren ze populair. Fokkers exporteerden hun dieren tot in de Verenigde Staten.
In Stoeterij Diepensteyn in Londerzeel kom je alles te weten over het Belgisch trekpaardenras. Je kan er zelfs een rondrit maken met paardenkar!
Netten van garnaalvissers, mijnkarretjes vol steenkool, rivierboten, ploegen, omgehakte bomen, koetsen met mensen, … de lijst met dingen die Brabanders voorttrokken, was lang.
Het Brabants trekpaard was niet het enige lastdier. Wist je dat België in 1900 een 150.000 trekhonden telde, die kleinere vrachtkarren trokken? In de Antwerpse Zoo ging het er nog gekker aan toe. Daar konden kinderen ritjes maken op koetsen die getrokken werden door pony’s, lama’s en zebra’s. Toch werd geen enkel trekdier zo vereenzelvigd met het leven op het Vlaamse platteland als de Brabander. Net daarom vereeuwigde menig 19de- en 20ste-eeuws kunstenaar het dier. Schilders als Edmond de Pratere hadden zelfs een uitgesproken voorliefde voor het trekpaard.
De ommekeer kwam er in de jaren 1950. Overal namen verbrandingsmotoren het over.
Boeren ruilden massaal hun Brabanders in voor tractors. In de jaren 1950 waren de trekpaarden nog met zo’n 200.000, vandaag nog maar met een paar duizend. Verschillende fokkers en erfgoedorganisaties zetten zich in om het dier en de cultuur errond in leven te houden. Steun komt soms uit onverwachte hoek. Zo wil ook biermerk Palm het trekpaard een toekomst geven.
Het Centrum voor Agrarische Geschiedenis vertelt het verhaal van het Brabants trekpaard in geuren en kleuren.