In 1919 zocht de stad Antwerpen een geschikte invulling voor een braakliggend terrein aan de Eiermarkt. Er moest een groot modern gebouw boven de Meir rijzen.

Samen met stadsarchitect Emile Van Averbeke ontwierpen Jan Vanhoenacker en Jos Smolderen de eerste wolkenkrabber in België. Het stalen skelet werd razendsnel gebouwd tussen februari 1929 en augustus 1930 en met baksteen en natuursteen bekleed. Dat was net op tijd om de laatste maanden van de Wereldtentoonstelling in Antwerpen mee te maken. Met 87,5 meter was het lange tijd het hoogste torengebouw in Europa. Samen met de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal domineerde ze de skyline van Antwerpen.

Het project werd betaald door de Algemeene Bankvereniging die bij de Boerenbond hoorde. Die bank kwam in financiële problemen. Om de put van 930 miljoen Belgische frank te dempen, sprong de Middenkredietkas bij. In 1934 ging die bank failliet. Er werd dan ook gezegd dat de toren was opgericht met de zuurverdiende centen van de klanten van de Boerenbond. Vandaar de naam Boerentoren. Uiteindelijk kwam het gebouw in handen van de Kredietbank, nu de KBC.

Oorspronkelijk was de Boerentoren een luxueus appartementsgebouw. Op het gelijkvloers waren er een lokettenzaal van de bank en enkele winkels. Brasserie De Torenkelder, een restaurant-tearoom en het Chinese theesalon Cuperus trokken heel wat bezoekers. Een bezoek aan de Panoramazaal op de 24ste verdieping was zelfs een toeristische attractie, met een weids zicht over Antwerpen. Alleen al het tochtje met de lift was een avontuur.

Na een restauratie in 1970 werd de Boerentoren ingepalmd door de Kredietbank. Sinds 2020 is de voormalige KBC-toren eigendom van Katoen Natie, die de oorspronkelijke combinatie van wonen, winkelen en kantoor wil herstellen, aangevuld met tentoonstellingsruimtes en een beeldentuin.