Reuzenommegang Katuit in Dendermonde
Reuzen spreken al eeuwenlang tot de verbeelding. Ze duiken wereldwijd op in sprookjes, mythes en legendes. In België zijn er naar schatting nog 1500 reuzen.
In Aalst vind je de jaarlijkse hoogmis van het carnaval in Vlaanderen. Mensen trekken verkleed door de straten. Er wordt gegeten en gedronken dat het een lieve lust is, met alcohol voor de volwassenen en snoep voor de kinderen. Een gewone man wordt tot prins benoemd. Met behulp van maskers en kostuums kunnen mensen even iemand anders zijn.
Sociale rollen, normen en waarden worden tijdelijk omgedraaid. Wie laag op de sociale ladder staat, mag even de spot drijven met de machthebbers.
Ontdek de geschiedenis van Aalst Carnaval in het Carnavalsmuseum in Aalst.
Net zoals veel feesten in Vlaanderen heeft carnaval zijn wortels in de katholieke feesttraditie. Het wordt gevierd op de zondag, maandag en dinsdag vlak voor de vastentijd. Het was een laatste uitspatting van overvloed, voor de schaarste van de vastenperiode begon. Carnaval gaat zelfs nog verder terug, want de Katholieke Kerk liet zich voor het feest inspireren door de Romeinse saturnaliën, een heidens feest. Dat Romeinse carnaval zette de wereld even op zijn kop: dienaars werden meesters, vrouwen en mannen wisselden van rol.
Aalst Carnaval is de bekendste en grootste Vlaamse carnavalsviering. Het gaat terug tot de middeleeuwen.
In zijn huidige vorm dateert het uit 1851. Toen reed de carnavalsstoet voor het eerst uit. Mannen die zich geen kostuum konden veroorloven, verkleedden zich met de afdankertjes van hun echtgenotes. Dat leverde hen de spotnaam ‘Voil Jeanet’ op. In de loop van de jaren kreeg de ‘Voil Jeanet’ enkele vaste attributen: een bontjas, een kinderwagen, een vogelkooi met een haring …
Het Huis van Alijn in Gent belicht carnaval en andere jaarlijkse en dagelijkse rituelen.
Andere terugkerende figuren zijn de Aalsterse stadsreuzen zoals ‘Ons Paula’ en het ‘Ros Balatum’ (een parodie op het Ros Beiaard van Dendermonde). Opvallen doen de Aalsterse Gilles. Die ontstonden eind jaren 1920 naar het voorbeeld van de Gilles van Binche. Daar gaan die personages al eeuwen rond. Met het geluid van hun klompen, bellen en trommels kondigen ze drie dagen carnaval aan. Ze dragen maskers en hoeden met struisvogelveren en gooien sinaasappels in het rond.
De Belgische schilder James Ensor was gefascineerd door carnaval en maskers. Bekijk zijn werken in het James Ensorhuis in Oostende.