
Voetbalstadion Achter de Kazerne
Wie in Mechelen naar Achter de Kazerne vraagt, zal meteen weten of hij een supporter van KV Mechelen voor zich heeft.
Op 14 augustus 1920 gingen de Olympische Spelen van Antwerpen van start. De toeschouwers in het stadion waren getuige van een primeur. Voor het eerst hees een gaststad de nu wereldberoemde olympische vlag met de vijf ringen.
Antwerpen is nog altijd de enige Belgische stad die ooit de Spelen heeft georganiseerd. Vanzelfsprekend was dat niet. Antwerpen had zich al in 1913 kandidaat gesteld, maar toen brak de Eerste Wereldoorlog uit. Na vier jaren vol geweld leek de kans klein dat het evenement naar het zwaar getroffen België zou komen. Toch stelde Antwerpen zich na de oorlog opnieuw kandidaat – mét succes.
In recordtijd werden de Spelen op poten gezet. Meer dan 2000 sporters uit 29 landen namen deel.
Veel van hen maakten hun opwachting in het nieuw olympisch stadion op het Kiel. Maar ook elders in de stad viel er veel te beleven. Zo vonden de bokswedstrijden plaats in de Zoo. Voor sommige disciplines gingen de organisatoren het nog verder zoeken. De schietwedstrijden hadden bijvoorbeeld plaats op het militair domein van het Limburgse Beverlo.
Toen de Franse edelman Pierre de Coubertin in 1896 de Olympische Spelen uit de oudheid nieuw leven inblies, was dat niet meteen een succes. De eerste edities waren erg bescheiden. Pas vlak voor de Eerste Wereldoorlog braken de Spelen door. De succesvolle zevende editie in Antwerpen bevestigde die trend. Ook de Belgische deelnemers deden – letterlijk – een gouden zaak in Antwerpen.
Zo werden de Rode Duivels, waarvan veel leden tijdens de oorlogsjaren bij het militaire team Front Wanderers hadden gespeeld, olympisch kampioen.
Met 36 medailles, waarvan 14 gouden, is Antwerpen nog altijd de succesvolste editie ooit voor België. Vrouwelijke kampioenen waren er wel niet. Hun aandeel in de Belgische delegatie was erg klein. Pas in 1948 won kunstschaatsster Micheline Lannoy als eerste Belgische vrouw een medaille.