
De beiaard speelt
De beiaard is een op en top Vlaams muziekinstrument. De Oudenaardse beiaard van 1510 is mogelijk de oudste.
Matthias Vanden Gheyn was in de 18de eeuw een bekende Leuvenaar. Hij had nochtans een beroep waar je vandaag niet vaak de voorpagina’s mee haalt: stadsbeiaardier. Vanaf zijn aanstelling in 1745 bespeelde hij veertig jaar lang de klokken van de Sint-Pieterskerk op wekelijkse marktdagen en bij speciale gelegenheden zoals processies, kermissen, optochten van gilden en vieringen van de katholieke universiteit. Hij was ook een getalenteerd orgelspeler en componist. Zijn virtuositeit leverde hem de bijnaam ‘Bach van de beiaard’ op. Hij schreef als eerste oorspronkelijke composities voor beiaard. Zijn 11 preludia worden wereldwijd gespeeld.
Toen landvoogd Karel van Lotharingen in 1750 de eerste spade van de Leuvense vaart stak, begeleidde Matthias dat met zijn klokkenspel. Kortom, de stadsbeiaardier was heel betrokken bij het Leuvense sociaal-culturele leven. Hij werd ervoor beloond met een standbeeld in de voorgevel van het stadhuis, een eer die geen andere muzikant te beurt viel. Maar wat is de beiaard eigenlijk en waar komt hij vandaan?
Het klokkenspel of carillon is een instrument met (toren)klokken, dat je met de vuisten bespeelt op een klavier met houten stokken en pedalen. De eerste vermelding ervan gaat terug tot 1510, in Oudenaarde. Daar zou een reeks klokken voor de eerste keer aan een klavier verbonden zijn.
Vanuit Vlaanderen veroverde de beiaardcultuur de Lage Landen. In Nederland vind je er nog 180, in Vlaanderen nog 72. In Leuven, de stad van Matthias, maar liefst vijf!
Het beiaardspel is lang niet uitgestorven. UNESCO erkende de beiaardcultuur in 2014 als een voorbeeldpraktijk in het borgen van immaterieel cultureel erfgoed. Je kan ook nog steeds een opleiding tot beiaardier volgen.